Kopafbeelding

Google                                                                 
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Verhoudingen notatie:

icon verhouding    Verhoudingen

A Notatie, taal en betekenis

Uitspraak, schrijfwijze en betekenis van getallen, symbolen en relaties - Wiskundetaal gebruiken

1-streef*

 

Toelichting en voorbeelden bij 1-streef

Weten waarom

 

Weten waarom

  • Relatieve vergelijking (term niet)

 

* Voor 1-fundament zijn geen doelen bij 'Weten waarom' geformuleerd.

 

Bij eenvoudige verhouding situaties inzien hoe je die kunt vergelijken en kunnen uitleggen hoe dat zit.

  • In klas A zitten 24 kinderen: 10 meisjes en 14 jongens. In klas B zitten 20 kinderen: 10 meisjes en 10 jongens.
    In welke klas zitten naar verhouding meer meisjes? Leg eens uit hoe je rekent.
  • Jorien en Dolf zetten steeds de helft van hun zakgeld op de bank. De andere helft geven ze uit. Toch geven ze niet allebei evenveel geld uit. Hoe kan dat?
  • Bij welke winkel is de fiets het goedkoopst? (Uit: Rekenrijk)

 

 

Overgenomen uit: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S  SLO